Arbeidsovereenkomst en/of ontslag
𝐃𝐞 𝐚𝐫𝐛𝐞𝐢𝐝𝐬𝐨𝐯𝐞𝐫𝐞𝐞𝐧𝐤𝐨𝐦𝐬𝐭 𝐨𝐧𝐭𝐛𝐢𝐧𝐝𝐞𝐧 𝐰𝐞𝐠𝐞𝐧𝐬 𝐰𝐚𝐧𝐩𝐫𝐞𝐬𝐭𝐚𝐭𝐢𝐞?
Er is een 𝐥𝐢𝐦𝐢𝐭𝐚𝐭𝐢𝐞𝐯𝐞 lijst van in totaal negen ontslaggronden (7:669 lid 3 onderdelen a t/m i) waarop de arbeidsovereenkomst kan worden beëindigd via ontbinding door de kantonrechter (waarbij grond a en b na weigering van toestemming door het UWV) (‘gesloten stelsel’). Maar er bestaat daarnaast óók de aparte ontbindingsgrond 𝐰𝐚𝐧𝐩𝐫𝐞𝐬𝐭𝐚𝐭𝐢𝐞 (7:686 BW jo. 6:265 BW). We zouden deze grond bijna vergeten. In de praktijk wordt deze grond maar zéér beperkt toegepast en dat kan een gemiste kans zijn (hier bezien vanuit het perspectief van de werkgever). Wanneer valt deze ontbindingsgrond te overwegen en wat zijn de “voordelen”?
𝘞𝘢𝘯𝘯𝘦𝘦𝘳
- Het gaat om 𝐞𝐫𝐧𝐬𝐭𝐢𝐠𝐞 wanprestatie d.w.z. een situatie die veeleer op één lijn te stellen is met althans aanleunt tegen een dringende reden (d.w.z. een ontslag op staande voet).
- Het blijkt vooral kansrijk in situaties van bijvoorbeeld 𝐰𝐞𝐫𝐤𝐰𝐞𝐢𝐠𝐞𝐫𝐢𝐧𝐠 (o.a. zonder geldige reden helemaal niet werken/ regelmatig weigeren redelijke opdrachten op te volgen) en 𝐬𝐜𝐡𝐞𝐧𝐝𝐢𝐧𝐠 𝐯𝐚𝐧 𝐫𝐞-𝐢𝐧𝐭𝐞𝐠𝐫𝐚𝐭𝐢𝐞𝐯𝐞𝐫𝐩𝐥𝐢𝐜𝐡𝐭𝐢𝐧𝐠𝐞𝐧 (o.a. weigering passende arbeid, niet nakomen verplichtingen uit verzuimprotocol).
- Voor de kwalificatie ‘ernstig’ speelt een rol: de mate en frequentie waarin de verplichtingen niet worden nagekomen incl. omstandigheden als het arbeidsverleden, leeftijd, de vraag of een minder vergaande sanctie nog mogelijk was (bijv. loonstop of waarschuwing) en de schade bij werkgever.
- Overweeg het vooral bij twijfel of een ontslag op staande voet nog wel onverwijld genoeg gegeven zal zijn.
𝘝𝘰𝘰𝘳𝘥𝘦𝘭𝘦𝘯
- Werkgever kan eventueel betaald loon terugvorderen tot aan de datum van de wanprestatie.
- Werkgever kan de werkelijke schadevergoeding vorderen (t.o.v. als uitgangspunt de gefixeerde schadevergoeding bij ontslag op staande voet)
- Er wordt niet getoetst of er herplaatsingsmogelijkheden zijn, nu artikel 7:669 BW hier niet geldt.
- Er bestaat geen recht op de wettelijke transitievergoeding, nu artikel 7:673 BW hier niet geldt (aldus Hoge Raad en Hof Den Bosch) (daarmee wordt ook de situatie vermeden die wel bij de route van ‘ernstig verwijtbaar handelen’ kan spelen, dat werknemer met een beroep op 7:673 lid 8 BW (‘het luizengaatje’) toch recht houdt op (een deel van) de transitievergoeding).
- Er kan, net als bij ernstig verwijtbaar handelen, worden ontbonden zonder inachtneming van de wettelijke opzegtermijn én daarnaast staat een opzegverbod of het ontbreken van een deskundigenverklaring (bij schending re-integratieverplichtingen) niet aan ontbinding in de weg, nu artikel 7:671b BW hier buiten toepassing blijft.
Auteur: Linda Brouwer