Publicatiedatum: 14 maart 2022

Uitzendkrachten zijn bij inlener tewerkgesteld in de functie van Logistiek Operator II en Warehouse medewerker I. Op de uitzendovereenkomst is de ABU cao van toepassing. De inlener heeft een eigen ondernemings-cao waarin o.a. staat de beloning van ingeleende werknemers is gebaseerd op de salaristabellen van die cao. De inlener wordt door de uitzendkrachten, in twee aparte procedures, aansprakelijk gesteld voor nabetaling van achterstallig loon op grond van onrechtmatige daad (6:162 BW) en het sinds 1 juli 2015 geldende 7:616a BW, nu inlener de uitzendkrachten niet hetzelfde loon heeft betaald als de vaste medewerkers in dienst van inlener. Op grond van artikel 8 WAADI geldt dat een ingeleende kracht recht heeft om net als de vaste werknemers van de inlener te worden verloond: (‘inlenersbeloning’) (zie r.o. 4.2.2). Nu vaststaat dat de inlener op die verloning conform haar cao toezicht houdt en daadwerkelijk invloed heeft, kan een incorrecte verloning aan de inlener worden toegerekend en kan in zover sprake zijn van een onrechtmatige daad. De kernvraag is dan of werknemer dezelfde werkzaamheden verricht als de vaste werknemers in de desbetreffende salarisschaal. Dit wordt door de inlener betwist. Het is aan de uitzendkracht als eisende partij om te stellen en bij betwisting te bewijzen dat de werkzaamheden gelijk of vergelijkbaar zijn. Aan de hand van een gedetailleerde eigen verklaring en een verklaring van de collega-werknemer in de andere procedure slagen de uitzendkrachten hier in dit bewijs, mede nu de inlener zelf onvoldoende gedetailleerd verweer hiertegen voert. De loonvorderingen worden toegewezen met uitzondering van de eindejaarsuitkeringen, nu deze niet onder de inlenersbeloning vallen op grond van de ABU-cao*.

Vindplaatsen: Rechtbank Limburg 3 november 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:8205 en ECLI:NL:RBLIM:2021:8206 (publicatiedatum: 14 februari 2022)

Commentaar: Inlenersbeloning ex art. 8 WAADI = (a) het loon in dezelfde loonschaal als geldt voor gelijke of gelijkwaardige functies bij inlener en overige vergoedingen (o.a. voor reisuren, reiskosten, pensionkosten, koffiegeld en andere noodzakelijke kostenvergoedingen) en (b) de essentiële arbeidsvoorwaarden die bij cao gelden bij de inlener (vakantieduur, feestdagen, arbeidstijden, pauzes, rusttijden, nachtarbeid en overuren). Er kan bij cao van artikel 8 WAADI worden afgeweken (driekwart dwingend recht). Dit kan zowel in de uitzendcao (zie artikel 16 ABU-cao) als in de cao van de opdrachtgever. (*) Per 1 januari 2023 maakt de vaste eindejaarsuitkering op grond van de ABU-cao deel uit van de inlenersbeloning.