Het jaar 2019 begint met de volgende belangrijke wetswijzigingen die inwerking zijn getreden per 1 januari 2019:
- Partners hebben recht op geboorteverlof van eenmaal de wekelijkse arbeidsduur met behoud van loon. Het verlof moet binnen 4 weken opgenomen worden na de geboorte van het kind;
- Compensatie voor overwerk in de vorm van een tijd-voor-tijd regeling is niet meer mogelijk voor zover dat het minimumloon betreft, tenzij dit is toegestaan bij CAO. De aanpassing leidt met name tot extra bescherming van werknemers die door toepassing van deze regeling onder het geldende minimumloon uitkomen. Let op: een tijd-voor-tijd regeling blijft wél mogelijk voor werknemers die meer dan het minimumloon verdienen en die door toepassing van de regeling niet onder het minimumloon uitkomen;
- De maximale looptijd van de 30%-regeling voor expats wordt verkort van 8 naar 5 jaar. Er geldt echter wel overgangsrecht, zo blijft onder meer de regeling onverkort van kracht voor werknemers waarvoor de regeling zonder de wetswijziging in 2019 of 2020 zou eindigen.
*zie ook onze eerdere Legal reminder: hoogte maximale transitievergoeding per 2019 en verplichting dialoog met OR over beloningen.
De eerste baanbrekende uitspraken van 2019 zijn daarnaast een feit. Op 15 januari 2019 oordeelt de rechtbank Amsterdam niet alleen dat de verhouding tussen de maaltijdbezorgers en Deliveroo moet worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst (dit in tegenstelling tot de Deliveroo zaak van 23 juli 2018), maar ook dat Deliveroo onder de werkingssfeer valt van de algemeen verbindend verklaarde TLN-CAO (CAO voor Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen).
In deze zaken speelt (het ontbreken van) aanwezigheid van zelfstandig ondernemerschap van de Deliveroo-bezorgers een doorslaggevende rol bij de kwalificatievraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst. Aan de partijbedoeling – in deze zaak een zzp-constructie – kan geen doorslaggevende betekenis worden gehecht, nu sprake is van een standaardcontract dat volledig en eenzijdig door Deliveroo is opgesteld en niet tot nauwelijks onderhandelbaar was. De bezorgers behoren volgens de rechtbank tot de kern van het bedrijf van Deliveroo, nu de werkzaamheden in de kern draaien om maaltijdbezorging (‘delivery’). Bovendien is er onder meer geen sprake van zelfstandig ondernemerschap omdat de bezorgers zich richting de restaurants niet als ‘ondernemers’ presenteren en daarbij geen zelfstandige onderhandelingspositie hebben. Ondanks dat de overeenkomsten zijn ingericht op zelfstandigheid en vrijheid van de bezorgers, komt de rechtbank tot de conclusie dat Deliveroo in de praktijk wel degelijk een grote invloed uitoefent op de bezorgers.
In het huidige arbeidsrecht is geen rekening gehouden met deze (relatief) nieuwe ‘platform-werknemers’. Het kabinet doet momenteel onderzoek of in het arbeidsrecht een aparte plaats voor platformwerk moet worden ingeruimd. Deliveroo heeft al aangekondigd in hoger beroep te gaan; to be continued!