Deze zaak gaat over het ontslag van een ‘expat’, die al geruime tijd niet meer geplaatst kan worden. Werkgever Shell wil de arbeidsovereenkomst om die reden ontbinden. Het gerechtshof heeft het ontbindingsverzoek toegewezen op de h-grond (‘andere omstandigheden die zodanig zijn dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet van de werkgever gevergd kan worden’). De Hoge Raad laat ontbinding op de h-grond in stand. In deze noot gaat Heleen Foesenek in op de verhouding tussen de herplaatsingsverplichting en de h-grond en op de conclusie van de Hoge Raad dat de herplaatsingsverplichting geen resultaatsverplichting is.

Lees hier de volledige noot.